Kinderorthopedie

Gedurende de ontwikkeling van kinderen, 0-16 jaar, kan er op orthopedisch gebied op verschillende vlakken ondersteuning worden geboden (bij problemen) in het bewegen.

Er kan gedacht worden aan o.a.:

  • X-stand van de knieĆ«n; daardoor vallen of vreemd lopen.
  • Houterig bewegingspatroon, door korte & stijve beenspieren.
  • Opvallend/afwijkend looppatroon, onvoldoende afwikkeling van de voeten.
  • Scoliose; voorkeurshouding van de wervelkolom. (met/zonder pijnklachten).
  • Bekkenscheefstand.
  • Heupdysplasie; daardoor bv. motorische problemen of problemen in het ADL*.
  • Ziekte van Osgood-Schlatter; (daardoor problemen met, of niet kunnen sporten.)
  • Ziekte van Perthes.
  • Ziekte van Scheuermann; (daardoor steeds krommer/ stijver worden.)

In het lichamelijk onderzoek wordt de houding bekeken, de bewegingsmogelijkheden en indien van toepassing de motorische vaardigheden. Na aanleiding van de hulpvraag waarmee het kind en de ouders komen wordt gekeken wat de beste kinderorthopedie-behandeling is.